Les 1 - Tellen in het Nederlands en het ABC

Elk onderstaand nummer is een link waar je op kunt klikken. Klik op het nummer en je hoort het nummer gesproken in het Nederlands.

0(=nul)

1(=een)

2(=twee)

3(=drie)

4(=vier)

5(=vijf)

6(=zes)

7(=zeven)

8(=acht)

9(=negen)

10(=tien)

11(=elf)

12(=twaalf)

 

Klik zoveel als nodig is op alle nummers totdat je alle nummers zelf kunt spreken in het Nederlands.

10 (=tien)

20 (=twintig)

30 (=dertig)

40 (=veertig)

50 (=vijftig)

60 (=zestig)

70 (=zeventig)

80 (=tachtig)

90 (=negentig)

100 (=honderd)

Tellen in het Nederlands kent niet altijd hetzelfde principe als tellen in andere talen. Met uitzondering van de bovenstaande cijfers geldt het volgende principe voor tellen in het Nederlands. Je spreekt eerst het laatste cijfer en daarna het eerste cijfer in tientallen. Onderstaand kun je alle cijfers in het Nederlands oefenen. Klik alle cijfers zoveel als nodig is totdat je zelf zonder hulp kunt tellen van 1 tot 100 in het Nederlands.

1  2  3  4  5

6  7  8  9  10

11  12  13  14  15

16  17  18  19  20

21  22  23  24  25

26  27  28  29  30

31  32  33  34  35

36  37  38  39  40

41  42  43  44  45

46  47  48  49  50

51  52  53  54  55

56  57  58  59  60

61  62  63  64  65

66  67  68  69  70

71  72  73  74  75

76  77  78  79  80

81  82  83  84  85

86  87  88  89  90

91  92  93  94  95

96  97  98  99  100

 

Aa  Bb  Cc  Dd

Ee  Ff  Gg  Hh

Ii  Jj  Kk  Ll

Mm Nn  Oo  Pp

Qq  Rr  Ss  Tt

Uu  Vv  Ww  Xx

Yy  Zz

 

 

Dit was les 1. Vergeet niet om elke dag te oefenen !



   LES 2